‘Niet voor de kleinkinderen, maar voor de winkel’

In verschillende clubs in het land breien oma’s en opa’s de hipste producten. Van col ‘Betty’ tot babytruitjes, kussenslopen en gebreide strikjes: Granny’s Finest maakt niet alleen de consument blij met echt handwerk, maar zorgt ook voor een stukje sociale zorg onder ouderen.

Tekst: Karin Wesselink
Foto: VVB Voermans

In Rotterdam staat er vandaag naast de lange vingers ook gebak met blauwe bessen, aardbeien en slagroom op de meterslange houten tafel, getrakteerd door oma Paula die zo haar 89ste verjaardag viert. Oma Ad plukt wat aan de col voor zich die ze met hulp van collega breiers keurig heeft afgehecht. Ze kreeg alleen net te horen dat deze niet in de collectie komt. “Te tuttig, zowel de kleur als het model. Ik zou het wel dragen, maar ja.” Opa Hans, de enige heer in het gezelschap, zingt een mopje uit een musical van Annie MG Schmidt en imiteert daarna Wim Sonneveld. Ondertussen geeft hij zijn collega’s technische adviezen en gaan zijn vingers razendsnel door met waar ze al zo’n zestig jaar goed in zijn: handwerken.

Officieel is de breiclub in Rotterdam elke vrijdagmiddag van twee tot half vijf, maar het gebeurt vaak genoeg dat ze wat blijven hangen. Niet omdat er iets af moet, “het is hier geen Bangladesh,” maar omdat het gezellig is. En altijd gaat er wat mee de tas in naar huis, want tv kijken zonder tegelijk te breien of haken kunnen ze zich niet voorstellen. De materialen en werkbeschrijving krijgen ze in goed vertrouwen mee.

Aan de patronen wordt nogal eens gesleuteld, want de meeste ontwerpers kunnen zelf amper één recht, één averecht breien op het moment dat ze een collectie maken. Zoals Charlotte Kan (35) die om de hoek woont en vaak op vrijdagmiddag even binnenvalt. “Op de Willem de Kooning Academie hadden we wel een breimachine, maar als je niet oppaste brak de draad of verboog een naald. Ik vond het prutsen en mechanisch. Met de hand breien is flexibeler en het heeft meer karakter. Ik speelde al een tijd met de gedachte iets te ontwerpen dat ambachtelijk gebreid is, maar vind maar eens iemand die dat betaalbaar doet. Dus dit is voor mij echt een uitkomst.”

Meer karakter
Een etage boven de breiende senioren zit Niek van Hengel (30). Achter een computer doet hij waar hij goed in is, en dat is niet breien. Niek studeerde Bedrijfskunde. Het idee van Granny’s Finest ontstond zo’n vier jaar geleden toen Niek nog student was. Hij bezocht zijn opa en trof in het tehuis een vrouw aan die wat doelloos aan het breien was, zonder dat het voor iemand bestemd was. “Ook bij kleinkinderen houdt het een keer op, niemand wil een trui van kriebelwol in een model dat niet in de mode is.” Samen met vriend en collega student Jip Pulles bedacht hij Granny’s Finest. Nu zetten ze wollen producten in de markt: hip handwerk bedacht door jonge ontwerpers, zodat ouderen nuttig met hun hobby bezig kunnen zijn. Door in clubverband te werken, leveren ze ook nog een bijdrage aan het verminderen van eenzaamheid onder de bejaarden. “Bovendien creëer je door een breiclub een kring van potentiële mantelzorgers en zorgt een netwerk er voor dat het vaak niet zo ver hoeft te komen dat professionele zorg nodig is.”